Berichten

Echbert Klop (2)

1722. Echbert Klop, hooghdyck heemraet borgemeester en president schepen der heerleykheyt Aelst.

1722. Echbert Klop, hooghdyck heemraet borgemeester en president schepen der heerleykheyt Aelst.

Beeld in de kerk

De meeste Aalsternaren zullen het beeldje van Egbert Klop in de kerk van Aalst wel kennen, maar wie was hij eigenlijk? Geboren in Aalst, als zoon van Cornelis Clop en als kleinzoon van Jan Clop en Hester Egbertsdr., heeft hij posten bekleed als Heemraad in de Hoge Schouw van de Bommelerwaard, kerkmeester van Aalst, borgemeester, schepen en was in 1729 schout van Aalst.
Egbert Clop (of Klop) was een berucht en beroemd man in Aalst. Overal was hij bij betrokken. In rechtszaken kwam hij aan de orde als eiser, gedaagde of als getuige. Ook in meningsgeschillen over wel of niet betaalde rekeningen vindt men hem nogal eens terug. Zo loopt er op 4 september 1721 een rechtszaak waarin o. a. voorkomt dat Egbert Clop 15 “canonpeerden” koopt van Adriaan Molenpas waarbij over de betaling nogal wat is te doen.

Bastaarddochter

Hij had ook nog een “bastaarddochter” genaamd Johanna – geboren op 18 oktober 1700 – verwekt bij Mayken voor de Wint, de dochter van Hendrick Wouters voor de Wint. Met alle mogelijke voorwendsels wil hij van de affaire afkomen door diverse rechtszaken te voeren en getuigen op te roepen die de eer van Mayken onderuit kunnen halen. Zo verklaart Gijsbert Wouters van Eeuwijk op 13 januari 1701 het volgende: “..menichmael heeft vleijselijck geconverseert en sijne wille gedaen met voorseide Mayken voor de Wint, en onder anderen meer noch in ’t jaer 1699….”
Arien van Balgoijenverklaart op die zelfde dag: “… niet met haer, te weten Mayken voor de Wint, heeft gedaen, maar aen de geut staende wel haer vrouwelijckheijt heeft gevat en dat sij het weijgerden, en den moeder op de aenganck comende hij Balgoijen terugh tradt…”.
Over zijn tweede vrouw, Dina van Eeuwijk was hij voogd, toen zij in 1725 nog “onmondig” was. Toen hij met haar trouwde in 1728 was zij dus veel jonger dan hijzelf.

Huwelijken

Egbert Clop trouwt in 1703 met Christina van Hausselt die in Driel (Kerkdriel) is gedoopt op 3 mei 1685. Zij was een dochter van de schepen van Driel, Rogier van Hausselt en Christina Petersdr. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren, Christina, Hester en Cornelis. Deze Cornelis Klop, getrouwd met Jenneke Beijnen, had weer een zoon, geboren omstreeks 1740, die de naam Egbert Cornelis kreeg.
Deze trouwt in 1770 met Coradina van Heeckeren en gaat in Zuilichem wonen. Van hem stamt het Zuilichemse geslacht Klop af. Mannelijke nazaten zijn vandaag de dag in Zuilichem niet meer te vinden maar de naam Egbert Cornelis (en Egberdina Cornelia) is doorgegeven en komt nog steeds voor, zij het in families die verwant zijn aan de familie Klop, zoals Verhoeks, Schriever, Hooijkaas en van Loopik.

In 1728 trouwt Egbert Klop – Christina is dan overleden – met Dina van Ewijk, overleden in 1768. Uit dit huwelijk worden vier kinderen geboren, Jenneke, Egbert, Johanna en Dina. Uit de zoon Egbert Klop, geboren omstreeks 1733 en voor de 1e keer getrouwd met Huibertje van Tongerloo, die in 1759 is overleden, is omstreeks 1757 Hendrik geboren. Van deze Hendrik Klop, getrouwd met Maria Grandia, stamt het Brakelse geslacht Klop af. In Brakel wonen nog veel nazaten en komt de naam Klop nog erg vaak voor. Andere nakomelingen van Egbert Klop (Sr) blijven nog generaties lang in Aalst wonen maar nu woont er nog een enkeling die de naam Klop draagt.

Egbert Klop (Sr) is overleden vóór 24 juni 1746.

Echbert in Kikkerdorp en de kikkerdorpers

De Aalsternaar Adrianus van Emmenes schrijft in zijn boek: “Kikkerdorp en de Kikkerdorpers” uit 1894 over Egbert Klop het volgende:

… Beroemdheden – monumentale gebouwen, standbeelden enz. – houdt Kikkerdorp (Aalst!) er niet op na, ten zij de twee watermachinen in 18 55 gebouwd voor ’t eerste en ’n buste van zekere Egbert Klop, oud-schepen enz., sedert eenige jaren wonderlijk opgetakeld door z’n lippen te meniën en z’n pruik te bronzen, staande in ’n kastje achter een deurtje in de kerk, voor’t tweede kan doorgaan.
’n Legende dat deze Egbert Klop door ’t sterrenbosch reed, door roovers overvallen werd, z’n valies uitschudde op den grond en de roovers neerschoot, en wordt als ’n heldendaad geroemd. Schooner is evenwel de tweede, insgelijks algemeen
bekende sage, en wel dat op zekeren avond ’n bedelares hem onderdak verzocht, dat hij haar herbergde in de schuur, dat ze ’s morgens bevallen was, dat hij haar daarop drie weken in z’n huis hield en haar aan niets gebrek liet lijden, en dat deze edelmoedigheid – een edelmoedigheid die men al licht zelfs aan ’n hond zou betoonen – hem naderhand het leven redde, toen hij uit Frankrijk komende in Rophen werd overvallen door ’n bende, waartoe dezelfde vrouw behoorde, die hem terstond herkende en door wier tusschenkomst hij een vrij geleide kreeg tot aan z’n huis…”

Leden van de familie Klop hebben door de jaren heen hoge posten bekleed in de Bommelerwaard zoals schout, heemraad, burgemeester, dijkgraaf e.d. In vroeger tijd waren zij zeer vermogend. In Aalst, Delwijnen en Zuilichem bezaten zij veel land en goederen.
Vaak werd er gehuwd met personen uit andere families die er financieel ook goed bij zaten en belangrijke posten bekleedden. Later werd hier minder naar gekeken en het vermogen in de familie werd mede door vererving steeds kleiner.

Noot
Er is ook een geslacht Klop dat zijn oorsprong vindt in Hardinxveld-Giessendam en waarvan ook nakomelingen in Haaften en Zaltbommel zijn terecht gekomen. Deze familie is, voor zover mij bekend, niet verwant met de van oorsprong Aalsterse familie Klop.

Bronnen
Streekarchief Bommelerwaard. Oud Rechtelijk Archief Zuilichem. Arch. 186. DTB’s van Aalst, Driel en Zuilichem. BS Aalst, Brakel, Poederoijen en Zuilichem. Kikkerdorp en de Kikkerdorpers. Geldersche Historische Novelle, bewerkt in de Strafgevangenis te Nieuwer-Amstel, door A. van Emmenes. Amsterdam, De Roode Bibliotheek, 1894. blz. 11.

Bron

Bovenstaand verhaal is met toestemming overgenomen uit het Periodiek “Vier Heerlijkheden, jaargang 2, uitgave 1, 2004 van de Historische Werkgroep Stichting de Vier Heerlijkheden te Brakel.

Echbert Klop

De theorie van Jan Arie Klop

(296) 1722. Echbert Klop, hooghdyck heemraet

(296) 1722. Echbert Klop, hooghdyck heemraet

Eén van de voorouders van Cornelis Johannes Klop is Echbert Klop. Egbert Klop was van 1718 tot 1742 een vooraanstaand man in Aalst en de Bommelerwaard. Niet alleen was hij Heemraad in de Hoge Schouw van de Bommelerwaard, ook was hij gedurende lange tijd president-schepen en schout van Aalst.
Dat Egbert een man van aanzien in zijn tijd en regio moet zijn geweest blijkt ook uit het feit dat in de Hervormde Kerk van Aalst een kastje hangt met daarin zijn stenen borstbeeld.

Lange tijd is gedacht dat Egbert Clop de zoon was van Jan Egbertsz Clop, paardenkoopman, en Hester Egbertsdr. Ook op huiberts.info werd deze theorie gevolgd totdat Jan Arie Klop met een geheel andere theorie kwam die stelde dat Egbert Clop niet de zoon kon zijn van Jan Egbertsz Clop en Hester Egbertsdr.

In het Dingsignaat van de Bank van Zuilichem nummer 16 en 17 komt de heemraad, burgemeester en later schout Egbert Clop herhaaldelijk voor. Hij treedt veelal op namens Aelst, maar ook vaak privé en heeft nogal wat geprocedeerd.
Jan Arie Klop vond hem 30-08-1718, 23-05-1719, 17-02-1720. Op 10-04-1726 procedeert hij met ene Adriaen Mol(…) over de boedel van zijn halfzuster Lijsbeth van Rijswijk. In 1730 wordt hij gehoord bij verhoor van de dienstbode van zijn vrouw Dina van Ewijck.

Als Lijsbeth van Rijswijk de halfzuster is van Egbert Clop dan kan hij dus niet de zoon zijn van Jan Egbertsz Clop en Hester Egbertsdr. Egbert Clop is in dat geval de zoon van Cornelis Jansz. Klop en Jenneke Cornelis van Celle (van Bel).

De theorie wordt nog eens versterkt door het gegeven dat Egbert Clop zijn oudste zoon Cornelis (* ca. 1710) noemt en een dochter Jenneke.

Trouwen in goede stand

De theorie van Jan Arie Klop vond ik om nog een andere reden heel aannemelijk. Hoewel niet onmogelijk heeft het mij altijd verbaasd dat de zoon van een paardenkoopman zich zo kon opwerken in de plaatselijke gemeenschap dat hij voor lange tijd vooraanstaande functies bekleedde.

Als Jenneke Cornelis van Celle (van Bel) de moeder is van Egbert Clop, dan zijn er in ieder geval relaties te leggen met de families Van Rijswijk, Coolhaas en Spiering (en/of Spieringh van Well). Dat zijn de betere families in het land van Heusden en Altena. Bovendien is zijn eerste huwelijk met Christina van Hausselt uit Driel een huwelijk in een goede stand. Zijn schoonvader is Rogier van Hausselt, schout en schepen te Driel. Ook zijn tweede huwelijk met Dina van Ewijk is in goede stand. Zijn schoonvader is Geijsbert Wouterszn. van Ewijk, schout van Aalst.
Ook de nakomelingen van Egbert Clop trouwen in goede stand. Zijn zoon Cornelis Klop, schout van Aalst en Heemraad, trouwt met Jenneke Beijnen, waarvan de vader Jan Janszn. Beijnen uit Brakel, dijkheemraad is . Zijn kleinzoon Egbert trouwt Coenradina van Heeckeren, dochter van Gerardus van Heeckeren en Geertuida Niclara van Genderen en wordt in het kerkelijk register van Zuilichem steeds aangeduid met de titel ‘de Heer’ Egbert Klop.

Met dank aan Jan Arie Klop